Haring

Haring

Latijns: Clupea hargenus
Noors: Sild
Engels: Hering
Frans: Hareng
Duits: Hering

De vis/visserij

In de loop van de jaren is economisch gezien geen enkele vis zo belangrijk geweest voor Noorwegen als de haring. Al 1000 jaar geleden werd op haring gevist, maar vermoedelijk is de haringvisserij al veel ouder. Noorwegen en Denemarken leveren al vanaf de 13e eeuw haring aan Europa. Gezouten en gerookte haring werd geëxporteerd en werd langzaam maar zeker een belangrijk exportproduct voor Noorwegen.

Vroeger werd gedacht dat alle Noord Atlantische haring deel uitmaakte van hetzelfde visbestand en dat de haring trok van IJsland in het noorden tot aan het Engelse Kanaal en Ierland in het zuiden. Dit bleek niet zo te zijn. Haring uit verschillende gebieden verschillen in groei, in paaiperiode en in paaigronden. Haring werd daarom verdeeld in soorten. De verdeling is gebaseerd op paaigebieden, paaiseizoen en trekpatroon van de scholen.

In de Noorse viswateren leven verschillende haringbestanden waarvan het Noorse ‘spring spawning’, de haring die in het voorjaar paait, de grootste is.

Haring zwemt altijd in grote scholen die goed in het water te zien zijn. Het visbestand van de Noorse ‘spring spawning’ haring, de haring die in het voorjaar paait, neemt toe. Het bestand in de Noordzee staat onder druk. Haring komt ook voor in de ver noordelijk gelegen gebieden boven de poolcirkel. Daarnaast zijn er kleine bestanden in het oostelijk deel van de Barentsz zee, die bij IJsland, in de Noordzee en in het Skagerrak.

De Noorse voorjaarsharing brengt de winter door in het gebied van de Vestfjord. In februari/maart begint de tocht naar de het noordelijkste stukje van de westelijke kust van Noorwegen (Nordvetslandet) waar de meeste vissen paaien. De jonge vissen groeien op in de Barentsz zee.

In het verleden vormde het Noorse bestand van voorjaarsharingen de basis voor de Noorse vangst van winterharing, vette haringen en witte haring.

Technische ontwikkelingen leidden in de 60-er jaren van de vorige eeuw tot veranderingen in de visserijmethodes. Er kon veel efficiënter worden gevist met als gevolg dat haringbestanden uitgeput raakten. Begin jaren zeventig werd de haringvangst tijdelijk helemaal stilgelegd. Dat hielp.

Door strikte maatregelen gedurende een periode van 20 jaar, is het bestand weer aangevuld waardoor het weer een belangrijke bijdrage levert aan de Noorse visserij. Het Noorse haringseizoen loopt van oktober tot maart wanneer de haring een hoge kwaliteit heeft en voor vissers gemakkelijk bereikbaar is. In de Noordzee en het Skagerrak wordt vanaf het voorjaar tot in de herfst op haring gevist. In enkele weken, meestal vanaf half mei tot in juni wordt gevist op vette haring voor verwerking tot Hollandse Nieuwe. Nederlandse haringhuizen kopen de haringen op en verwerken ze in eigen bedrijven in Noorwegen en Denemarken voor ze diepgevroren naar Nederland en Duitsland worden gebracht.

Noorse voorjaarsharing

De Noorse kleine haring, de vette haring en de winter haring zijn afkomstig uit het ‘spring-spawning’ haringbestand (de haring die in het voorjaar paait). De Noorse voorjaarsharing paait in februari en maart langs de Noorse kust. Deze soort groeit in 2 – 3 jaar uit tot een volwassen vis en kan ook heel oud worden. De vis kan 25 jaar worden en een lengte krijgen van ongeveer 40 cm.

Haring voedt zich met plankton, kleine kreeftjes, hom en kuit. Haring heeft een rugvin en glanzende schubben. Tot de leeftijd van 1 jaar noemen ze in Noorwegen de haring ‘mussa’ (jonge haring). Een haring van 1 tot 2 ½ jaar oud heet ‘bladsild’ (jeugdharing). De periode tot vlak voor het volwassen worden, wordt de vis ‘feitsild’ (vette haring) genoemd.

Noordzee haring

Het tweede grote haringbestand is de Noordzee haring. De vis paait van augustus tot oktober langs de noordoost kust van Schotland (in de herfst) tot aan de Doggersbank. Het trekgebied omvat de Noordzee en het Continentaal Plat ten westen van de Britse eilanden.

Noordzee haring wordt snel volwassen. In het eerste levensjaar wordt de vis al snel 12 – 16 cm groot. De vis kan al na twee jaar volwassen (paairijp) zijn maar meestal is hij dat in het derde jaar.

Visserijmethoden

Haring wordt gevangen met verschillende soorten schepen met ringnetten, pelagische trawlers en andere netten.

Gebruiksmogelijkheden

Haring wordt gerijpt in pekel en is dan nog bijna rauw. De vis wordt ook koud of warm gerookt, gebakken en ingelegd in zuur. Er bestaan veel soorten gemarineerde haring.

Voedingswaarde

Haring is een uitstekende bron voor vitamine A, D en B12 en is rijk aan Omega-3 vetzuren. De hoeveelheid Omega-3 vetzuren hangt af van de hoeveelheid vet in de vis. Dit kan sterk verschillen.

Winter haring            
14 – 20 %

Vette haring              
10 – 15 %

Fjord haring              
16 – 20 %

Noordzee haring        
augustus – april 10 – 30 %

in de zomermaanden 18 – 25 %

januari – maart           +/ – 10 %